Spelregels Boltra

Twee teams treden tegen elkaar aan, rood en blauw. Beide teams duiden een kapitein aan, elke kapitein rolt om beurt 1 bolle zo dicht mogelijk naar de stake/plume. De kapitein met de bolle die het dichtst de stake/plume heeft genaderd, zorgt ervoor dat zijn team mag beginnen.

Er wordt gespeeld met 8 bollen (max. 10) per team. Iedere speler dient te bollen met minimum 1 voet in de cirkel rond de stake/plume. De spelers van het startende team spelen hun bollen na elkaar. Aan te raden is om enkele bollen dicht bij de stake/plume te krijgen en ook steeds enkele bollen overhouden om te blokkeren tussenin, ter verdediging van je goedgeplaatste bollen. Let wel op team 1, op het einde van de baan is een goot, bollen die daarin belanden tellen niet meer mee, ook al springen ze terug in het veld, ze tellen niet mee.

Daarna is het pas aan het 2de team. Deze ploeg moet proberen om dichter bij de stake/plume te raken, met de bollen van het eerste team reeds op het veld. Dat kan op een zigzaggende manier, een 2de manier is om bollen van het eerste team weg te spelen in de goot op het einde van baan, dit kan door een rechtstreekse boogbeweging op 1 kant van de baan.

Als alle bollen van beide teams gespeeld zijn maken we pas de telling. Enkel het team dat het dichtste ligt van de stake/plume kan punten scoren. Eens het dichtste team is bepaald tel je het aantal bollen van dat team die dichter liggen dan de eerste van het ander team. Dat is het aantal punten die je deze ronde scoort. De ploeg die scoort mag de volgende ronde beginnen.

 De gescoorde punten worden aangeduid op het telraam of de klok.

De ploeg die het eerste de 12 haalt  op de klok/telraam, of als het uur voorbij is, wint.

GAME ON!